Wanneer twee verschillende metalen in contact komen met elkaar, in de aanwezigheid van een elektrolyt (vb. water), dan vormen deze een galvanische cel waarbij het minder nobele metaal (vb. Zn) corrodeert ten gunste van het meer nobele metaal (vb. staal). Deze elektromechanische reactie is de basis voor de complexe materie van de kathodische bescherming.
Galvanische, kathodische bescherming, of actieve bescherming, ontstaat doordat het zink (de anode) zichzelf opoffert ten gunste van het basismetaal – staal (de kathode), met een stroom van elektronen en dus preventie van staalcorrosie als resultaat.
Op deze manier wordt de bescherming van het metaal gegarandeerd, zelfs wanneer de zinklaag lichtjes beschadigd is.
Andere gevestigde waarden op het gebied van kathodische bescherming zijn o.a. warme galvanisatie (HDG) en metallisatie, beide met een constante opofferingsgraad van de zinklaag.

Met ZINGA vermindert de opofferingsgraad drastisch nadat de zinklaag geoxideerd is en de natuurlijke porositeit met zinkzouten gevuld is. Daarenboven zijn de zinkpartikels binnen de ZINGA laag beschermd door de organische binder zonder nadelige bijwerking op de elektrische geleiding.
Hierdoor kan ZINGA bijna hetzelfde galvanisch potentiaal creëren tussen het zink en het staal als warme galvanisatie maar met een lager gehalte van verlies van zink. Eenvoudig gezegd komt dit doordat de binder als “corrosieremmer” handelt op het zink.

Extract uit B.N.F. Fulmer rapport van JJB Ward, Oxfordshire, Jan '92

Het zink in ZINGA wordt de opofferende anode in relatie tot het staal maar het corrodeert aan een veel langer tempo dan anders verwacht wordt.

Indien de ZINGA laag zodanig beschadigd is dat het basismetaal eronder zichtbaar wordt, dan zal het staal een roestlaagje vormen maar er zal geen onderliggend roest gevormd worden. Anders gezegd: indien de oppervlakteverkleuring verwijderd zou worden, zou het staal eronder niet geërodeerd of beschadigd zijn met putvorming.
Dit heet “trek” of “trekkracht” en zorgt ervoor dat ZINGA metaal kan beschermen tot 3 – 5 mm verwijderd van waar de coating eindigt – slechts iets minder dan warme galvanisatie. Zink opofferende anodes, die gebruikt worden op de metalen rompen van schepen onder de waterlijn, werken volgens hetzelfde principe om het metaal in de omringende zones te beschermen.
ZINGA is simpelweg een andere vorm van deze anodes en wordt daardoor soms vloeibare anode of plaatanode genoemd wanneer gebruikt in immersie.

De eigenschap van zink om galvanische bescherming te bieden is een functie van zijn massa per gegeven gebied. Een droge laag ZINGA bevat een minimum van 96% kwalitatieve zink in gewicht. De partikels hiervan zijn aanzienlijk kleiner en puurder dan deze die we terugvinden in gewone zinkrijke verven. Het kleine formaat en het elliptisch profiel van de ZINGA partikels verzekeren een maximaal contact tussen de individuele partikels en het substraat. Deze grotere densiteit van actief zink per gegeven gebied, samen met de goede geleidbaarheid van de laag, zorgen ervoor dat er lading stroomt door elke millimeter die gecoat werd en op deze manier ontstaat een excellente kathodische bescherming.

PASSIEVE BESCHERMING

Passieve bescherming, zoals die van verven en cladding (coating van metaal op metaal), creëert een “barrière” tussen het stalen substraat en de elementen. Eens deze barrière gecompromitteerd wordt, zullen de vochtigheid en de atmosferische zouten beginnen het staal te doen roesten onder het beschadigd gebied.
Deze corrosie zal dan uitgebreid onder de coating beginnen te kruipen.
In tegenstelling tot andere passieve coatings, herstelt een gebroken zinkoxidelaag zichzelf door her-oxidatie.In het geval van ZINGA, zijn het de organische binder en de zinkoxidelaag die zich op het oppervlak vormt die samen een ondoordringbare barrière vormen door de natuurlijke porositeit van zink te blokkeren met oxide partikels.

Deze laag van oxiden is de oorzaak van de matte look van ZINGA, in tegenstelling tot de meer glimmende warme galvanisatie.